BHV Vlam
BRN Brandbeveiliging ehbo trainingen
BRN Brandbeveiliging bhv trainingen
Brandprotectie
BRN Brandbeveiliging blusmiddelen

FAQ

  • Gebruik NOOIT water bij het doven van een vlam in de pan, maar gebruik een deksel die u van u af over de pan schuift en laat deze op de pan tot de vlam gedoofd is.
  • Wees alert op het gebruik van schoonmaakmiddelen. Deze zijn vaak licht ontvlambaar.
  • Zorg dat u regelmatig het filter van de afzuigkap schoonmaakt.
  • Zorg dat kaarsen stevig en niet naast brandbare materialen staan en doof de kaars als u de kamer verlaat.
  • Laat de TV niet op stand-by staan maar zet hem uit.
  • Rook niet in bed.
  • Doof sigaren of sigaretten nooit in een prullenbak.
  • Maak regelmatig het filter van uw wasdroger schoon.

Juist wel doen:
Stelp de bloeding door het gewonde lichaamsdeel omhoog te brengen en door 10 minuten druk op de wond uit te oefenen. Als de bloeding stopt legt u een dekverband aan, als de bloeding niet stopt legt u een wonddrukverband over het dekverband aan.

Juist niet doen:
Het slachtoffer vragen om op te staan of zich te verplaatsen. Ook is het belangrijk om een slachtoffer met veel bloedverlies niet te laten drinken.

  • Mond: Let op of de mond van het slachtoffer scheef staat of dat een mondhoek naar beneden hangt.
  • Arm: Let op of een arm of been verlamd is.
  • Spraak: Let op of de persoon onduidelijk spreekt of moeilijk uit zijn woorden komt.

Als de persoon binnen drie uur wordt behandeld zijn de kansen op herstel groter. Stel daarom vast hoe lang de persoon de klachten al heeft.

Elke werkgever is verplicht bedrijfshulpverlening te hebben. In kleine bedrijven kan een werkgever zelf de BHV’er zijn. De Arbowet schrijft niet voor hoe de werkgever de bedrijfshulpverlening moet regelen. Hij moet in ieder geval rekening houden met de grootte van het bedrijf en de risico’s die er zijn.

Vrijwilligersorganisaties:
Organisaties die helemaal draaien op vrijwilligers hoeven geen BHV te hebben. Dit moet wel als er minstens 1 werknemer in dienst is. De vrijwillige brandweer en politie zijn wel verplicht bedrijfshulpverlening te hebben.

Het aantal BHV’ers per bedrijf is niet wettelijk vastgelegd. Het aantal wordt meestal gebaseerd op de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Daarnaast moeten er altijd voldoende BHV’ers aanwezig zijn in het bedrijf. De werkgever moet dus rekening houden met ziekte, vakantie en ploegendiensten.

Er zijn geen specifieke opleidingseisen voor bedrijfshulpverleners. De wet stelt alleen dat BHV’ers snel en juist moeten kunnen handelen bij gevaarlijke situaties die in het bedrijf kunnen voorkomen. Die staan in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).

Uw werkgever zorgt ervoor dat BHV’ers goede scholing en uitrusting krijgen. Zodat u eerste hulp bij ongevallen kunt verlenen, kleine branden kunt bestrijden en mensen kunt evacueren. U kunt ook een opleiding krijgen voor een deel van deze taken. Bijvoorbeeld voor de evacuatie van het gebouw.

  • Laat BHV’ers ongeveer één keer per jaar een herhalingscursus volgen.
  • Spreid BHV’ers zo veel mogelijk over de verschillende locaties/afdelingen in het bedrijf. In geval van nood kunnen zij sneller handelen en/of ter plaatse zijn.
  • Het is verstandig om medewerkers met een interne functie (binnendienst) aan te stellen als BHV’er.
  • Verplicht werknemers niet om BHV’er te worden, vrijwillige betrokkenheid van de werknemer is doorgaans effectiever.
  • Om het werk te stimuleren kan het bedrijf een BHV’er een jaarlijkse vergoeding geven voor de extra taken.

Als BHV’er moet u regelmatig bijscholing krijgen zodat uw kennis en vaardigheden op peil blijven. Hoe en waar uw werkgever de bijscholing moet regelen, staat niet in de wet. Hoe vaak u een herhalingscursus volgt, kan dus per organisatie verschillen. BHV’ers moeten ook regelmatig oefenen. De overheid raadt aan minimaal 1 keer per jaar een ontruimingsoefening te houden.

Er is geen specifieke vooropleiding nodig om de opleiding BHV te volgen. Inzet en motivatie zijn de belangrijkste voorwaarden.

Een REOB diploma, of beter gezegd het Diploma Onderhoudsdeskundige (Kleine) Blusmiddelen, is niet hetzelfde als een REOB erkenning. Het diploma toont aan dat de houder van het diploma tijdens het examen (misschien lang geleden) in theorie en praktijk in staat bleek om goed onderhoud aan blusmiddelen uit te voeren. Bij een erkend (gecertificeerd) REOB bedrijf is echter sprake van een continue controle waardoor er blijvend vertrouwen kan zijn dat de monteurs het onderhoud volgens de voorschriften uitvoeren.

De extra’s ten opzichte van een diploma zijn:

  • Het bedrijf wordt jaarlijks beoordeeld door een certificatie-instelling (b.v. CIBV).
  • De certificatie-instelling beoordeelt of het REOB bedrijf de interne organisatie zodanig onder controle heeft dat onderhoud altijd volgens de norm en het certificatieschema wordt uitgevoerd.
  • Het bedrijf zorgt ervoor dat de monteurs jaarlijks worden bijgeschoold in de nieuwste voorschriften en technieken
  • Jaarlijks controleert de certificatie-instelling door middel van een steekproef het uitgevoerde onderhoudswerk.
  • Mocht de certificatie-instelling constateren dat desondanks het onderhoud niet volgens de norm wordt uitgevoerd, moet het REOB bedrijf terstond maatregelen treffen om e.e.a. te verhelpen; indien het REOB bedrijf geen maatregelen treft, volgt schorsing en uiteindelijk intrekking van de certificatie.

Meer weten?

Heeft u een vraag die u niet terug heeft kunnen vinden, neem dan gerust contact met ons op via info@veiligheidscentrum.com bel 0162-434313 of stuur een bericht via het contactformulier.

Wij helpen u graag verder.

Bent u geïnteresseerd in een van onze trainingen?